Franse senaat: lessen trekken uit Dopingtour

24 juli 2013

WIELRENNEN EN DOPING

PARIJS (ANP) - De top 2 van de Ronde van Frankrijk van 1998 - de Italiaan Marco Pantani en de Duitser Jan Ullrich - maakte gebruik van het verboden middel epo. Dat kwam woensdag bij de presentatie van een rapport van een Franse senaatscommissie die de dopingproblematiek onderzocht naar buiten. Een kleine 20 andere renners, onder wie de Nederlander Jeroen Blijlevens, werden bij hernieuwd onderzoek van hun ingevroren urinestalen eveneens betrapt op het gebruik van epo, dat toen nog niet opspoorbaar was.

Sancties zullen niet meer volgen, de feiten zijn verjaard. In het omvangrijke rapport wordt ook nog melding gemaakt van positieve epotests van Lance Armstrong in de Tour van 1999. Gezien diens bekentenis afgelopen winter wekt dat geen verbazing.

De resultaten van het onderzoek zouden eerst tijdens de Tour worden geopenbaard, maar mede op verzoek van de deelnemende renners werd dat uitgesteld. De voorzitter van de commissie, Jean-François Humbert, benadrukte meermaals dat het in het onderzoek niet alleen om wielrennen gaat. Bovendien is de commissie niet bedoeld om sporters te straffen maar gaat het vooral om aanbevelingen om de strijd tegen doping te verbeteren.

De lijst van renners die alsnog positief testten op epo bevat verrassende en minder verrassende namen. Pantani stierf in 2004 aan een overdosis drugs. Ullrich bekende inmiddels zich te hebben bediend van bloeddoping. Maar bijvoorbeeld Bobby Julich, de nummer 3 van de 'Dopingtour', bekende in oktober bloeddoping maar ontbreekt op de lijst van positief geteste renners. Zo ook Michael Boogerd, de nummer 5, die eerder dit jaar een bekentenis deed.

Sportkrant L'Équipe wist vorige maand dat een hertest van een urinestaal uit de Tour van '98 van de Fransman Laurent Jalabert een positief resultaat op epo had opgeleverd. Het senaatsrapport bevestigde dat. Ook Mario Cipollini en Erik Zabel prijken op de lijst. Zabel bekende in 2007 dat hij alleen in de Tour van 1996 epo had gebruikt.

Een van de conclusies van de commissie is dat veel tijd en geld wordt verloren doordat verschillende betrokken instanties in de strijd tegen doping niet voldoende samenwerken. Daarbij wordt voorgesteld de sportkalenders zo in te delen dat ze minder belastend zijn en de tests efficiënter uit te voeren om kosten te besparen.

Meer ANP Doping Nieuws

Archief 2013