Routekaartjes Ronde van Frankrijk

18 juni 2013

RONDE VAN FRANKRIJK

RIJSWIJK (ANP) - De 100e Ronde van Frankrijk blijft dit jaar binnen de landsgrenzen. Dat gebeurde voor het laatst in 2003, toen de Tour het 100-jarig bestaan vierde. De start is op 29 juni op Corsica. Ruim 3 weken later komt er een einde aan de jubileumtour op de Champs-Elysées. Dat gebeurt met een avondetappe.

De routekaartjes.

29 juni: eerste etappe

Porto-Vecchio - Bastia (213 km)

Voor het eerst in de tourgeschiedenis doet de karavaan Corsica aan, te beginnen met een rit in lijn tussen Porto-Vecchio en Bastia. De startplaats is de toeristentrekpleister van het eiland, waarvan het inwonertal (10.000) in de zomer vertienvoudigt. De vrijwel volledig vlakke rit eindigt na 212 kilometer in Bastia, de tweede stad van Corsica en de op één na grootste passagiershaven van Frankrijk. Door het ontbreken van een proloog biedt het sprinters als Mark Cavendish, André Greipel en Marcel Kittel de kans een gooi naar het geel te doen. Hectiek in de finale verzekerd.

30 juni: tweede etappe

Bastia - Ajaccio (156 km)

Vanuit Bastia, waar de lokale voetbalclub eind jaren 70 mede dankzij Johnny Rep furore maakte, trekt het peloton de bergen in voor de eerste serieuze beklimmingen van deze Tour. Twee cols hebben het predikaat tweede categorie gekregen: de Col de Vizzavona is met 1163 meter de hoogste. Kort voor de streep ligt nog een hellinkje van de derde categorie: de Côte du Salario, een klim van 1 kilometer met een gemiddelde stijging van 8,9 procent. Ajaccio, de geboorteplaats van Napoleon Bonaparte, is de hoofdstad van Corsica.

1 juli: derde etappe

Ajaccio - Calvi (145 km)

De rit van Ajaccio naar het noordelijker gelegen Calvi telt amper een vlakke kilometer. Het is een relatief korte etappe waarin het peloton waarschijnlijk vanaf de eerste minuut erin vliegt en geen moment tot rust komt. Vier cols telt het parcours, waarvan twee van de tweede categorie. De top van de laatste daarvan, de Col de Marsolino, ligt op 13 kilometer van de streep in Calvi. De finishplaats heeft een 13e-eeuwse citadel, 4 kilometer strand en is het centrum van de fruitteelt. In Calvi eindigt de driedaagse op Corsica, waarna de renners kort na de finish per vliegtuig naar Nice verhuizen.

2 juli: vierde etappe

Nice - Nice, ploegentijdrit (25 km)

De hoofdstad van de Cote d'Azur is voor de 35e keer in het routeschema van de Ronde van Frankrijk opgenomen. De renners mogen uitslapen voordat hun een ploegentijdrit wacht over 25 kilometer die eindigt op de fameuze Promenade des Anglais. Verwacht wordt dat de teams op een gemiddelde snelheid van 55 kilometer per uur uitkomen. Verwacht wordt ook dat Team Sky, met tourfavoriet Chris Froome, zich nadrukkelijk meldt in de strijd om de dagzege. In 1981 was Nice ook al eens decor voor een ploegentijdrit. Het Nederlandse TI-Raleigh heerste in die tijd op het onderdeel, waarna Gerrie Knetemann de gele trui in ontvangst mocht nemen.

3 juli: vijfde etappe

Cagnes-sur-Mer - Marseille (228 km)

De Tour is voor het eerst op bezoek in badplaats Cagnes-sur-Mer, een stadje met 50.000 inwoners gelegen tussen Nice en Cannes. Het Renoir-museum in het laatste woonhuis van de befaamde Franse schilder is een toeristische attractie, net als het oude vissershaventje. De renners vertrekken er voor een rit over 228 kilometer naar Marseille, de oudste stad van Frankrijk. Het is dit jaar de culturele hoofdstad van Europa. De plaatselijke voetbalclub Olympique is al jaren een grootmacht in Frankrijk. Oud-voetballers als Zinédine Zidane en Eric Cantona zijn geboren in de Zuid-Franse havenstad. Liefst 34 keer finishte een tourrit in Marseille, nog nooit won er een Nederlander.

4 juli: zesde etappe

Aix-en-Provence - Montpellier (176 km)

Vanuit de stad die beroemd is om zijn vele fonteinen zet de tourkaravaan koers richting Montpellier, al 30 keer in het routeschema opgenomen. Onderweg ligt maar één klimmetje van de vierde categorie, waarmee de rit bij alle sprintploegen rood omcirkeld is in de agenda. Twee jaar geleden was Mark Cavendish nog de snelste in de universiteitsstad. In 1970 boekte Rini Wagtmans er een van zijn in totaal drie etappezeges. Montpellier is de stad waar technologie regeert, een proeftuin ook voor vele internationaal erkende architecten. Zelfs de trams zijn speciaal. Modeontwerper Christian Lacroix ontwierp die van lijn 3.

5 juli: zevende etappe

Montpellier - Albi (105 km)

De Pyreneeën naderen, de zevende rit is nog zo’n zogenoemde overgangsetappe. Met wel wat klimmetjes onderweg, waarvan twee van tweede categorie. Het centrum van finishplaats Albi maakt deel uit van de Werelderfgoedlijst van UNESCO, maar het stadje (51.000 inwoners) werd vorig jaar door sportkrant L’Equipe ook gekozen tot sportiefste gemeente van Frankrijk. De kathedraal Sainte-Cécile geldt als het grootste bakstenen gebouw ter wereld, waaraan zich jaarlijks zo’n 800.000 toeristen vergapen. Schilder Toulouse-Lautrec is de beroemdste oud-inwoner. Gerrie Knetemann is de enige Nederlander die er ooit een rit won. Dat was in 1975.

6 juli: achtste etappe

Castres - Ax 3 Domaines.

De eerste serieuze test voor de klimmers die daarmee mogelijk eerder opgelopen schade kunnen herstellen. Met de Col de Palhères begint zo’n 40 kilometer voor de streep de eerste beklimming uit de buitencategorie, waarna een slotklim volgt van de eerste categorie naar skistation Ax 3 Domaines. De finish ligt anderhalve kilometer na het punt waar voor de bergprijs wordt gesprint. Startplaats Castres maakt deel uit van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. In Ax 3 Domaines eindigde vier keer eerder een rit. De laatste keer, in 2010, won de Fransman Christophe Riblon na een lange solo.

7 juli: negende etappe

Saint-Girons - Bagnères-de-Bigorre (168 km)

Een relatief korte maar desondanks loodzware etappe voert vanuit startplaats Saint-Girons over vier cols van de eerste categorie, waaronder de Col de Menté en de Col de Peyresourde. De top van de laatste klim ligt echter wel 30 kilometer voor de streep. Voor de sterke dalers liggen er dus kansen in Bagnères-de-Bigorre, bekend vanwege de thermische baden en tien keer eerder gastheer voor een touretappe, vaak als startplaats. De Rus Vladimir Efimkin was in 2008 de laatste die er een rit won. Het is het sluitstuk van de tweedaagse in de Pyreneeën. Voor de klimmers wordt het nu wachten op de Alpen.

8 juli: rustdag in Saint-Nazaire.

9 juli: tiende etappe

Saint-Gildas-des-Bois -Saint-Malo (197 km)

Per vliegtuig heeft de hele karavaan zich verplaatst vanuit de Pyreneeën naar het westen van Frankrijk waar in een rit van Saint-Gildas-des-Bois naar Saint-Malo een eerbetoon wordt gebracht aan Louison Bobet en Bernard Hinault, wielerhelden uit Bretagne. Onderweg rijden de renners dwars door het legeropleidingskamp Coëtquidan waar de elitecadetten het peloton zullen begroeten. De startplaats is nieuw in de Tour. Vissersplaats en drukbezochte strandbestemming Saint-Malo was in 2008 nog startplaats van een rit. De in 1989 overleden Bert Oosterbosch boekte er in 1980 een van zijn drie ritzeges in de Tour.

10 juli: elfde etappe

Avranches - Mont Saint-Michel (33 km, individuele tijdrit)

In de 100e Ronde van Frankrijk mocht Mont Saint-Michel niet ontbreken. Het is na de Eiffeltoren de populairste toeristenattractie van Frankrijk met meer dan 3 miljoen bezoekers per jaar. Het eiland was oorspronkelijk alleen over land bereikbaar bij laag water, maar tegenwoordig loopt er een verhoogde smalle weg naar het plaatsje dat niet meer dan 45 inwoners telt. Pas één keer eerder eindigde er een tourrit. In 1990 won de Belg Johan Museeuw. Het is de eerste individuele tijdrit in deze Tour, relatief kort, met de Duitse wereldkampioen tijdrijden Tony Martin als favoriet.

11 juli: twaalfde etappe

Fougères - Tours (218 km)

Een lange rit in oostelijke richting omdat de tourorganisatie het peloton in 3 dagen in Lyon wil hebben. Op voorhand een etappe die gemaakt is voor de sprintploegen. Startplaats Fougères, voor het eerst sinds 1985 weer opgenomen in het routeschema, kent een 11e-eeuws kasteel. Tours, gelegen aan de Loire, is voor de achtste keer etappeplaats en ook bekend als finish van de najaarsklassieker Parijs-Tours. Er ligt Nederlandse wielergeschiedenis: Leon van Bon won er in 2000 een touretappe. De finish ligt in het nabij het centrum gelegen Parc des Expositions, een belangrijk economisch gebied voor de hele regio rond Tours.

12 juli: dertiende etappe

Tours- Saint-Amand-Montrond (173 km)

Opnieuw een dag zonder hindernissen voor het peloton. Het zal dus wellicht gaan om de strijd om de groene trui in Saint-Amand-Montrond, twee keer eerder finishplaats in de Tour. De tourhistorie van het stadje in het departement Cher is bepaald ongelukkig te noemen. Twee keer eindigde de laatste lange tijdrit er. In 2001 won Lance Armstrong, 7 jaar later Stefan Schumacher. De Amerikaan en de Duitser raakten later die overwinningen kwijt omdat ze de dopingregels hadden overtreden. Saint-Amand-Montrond is van oudsher bekend als producent van juwelen. Het piramidevormige gebouw City of Gold verwijst naar die activiteit.

13 juli: veertiende etappe

Saint-Pourçain-sur-Sioule - Lyon(191 km)

Een lastige rit, nog niet in het hooggebergte weliswaar, maar van de sprinters zal wellicht alleen de Slowaak Peter Sagan zich voorin kunnen handhaven. In de laatste 17 kilometer liggen er nog twee klimmetjes, de top van de laatste ligt op minder dan 10 kilometer voor de streep in Lyon. Startplaats Saint-Pourçain-sur-Sioule kwam nooit eerder in het routeschema voor en ligt in een van de oudste wijngebieden van Frankrijk. Lyon heeft al jaren de status van fietsstad. Het was de eerste Franse gemeente met een fietsenplan; door de stad staan er zo’n 4000 die in totaal 7 miljoen keer per jaar worden gehuurd. De stad heeft een omvangrijk fietspadennet en vanaf 2014 zelfs een 2 kilometer lange tunnel die alleen bestemd is voor fietsers en voetgangers. Bekend is ook de voetbalclub Olympique Lyon, die na jaren van heerschappij iets is teruggevallen. Lyon was de eerste finishplaats van de allereerste Tour in 1903.

14 juli: vijftiende etappe

Givor - Mont Ventoux (242 km)

De langste etappe van deze Tour de France eindigt ook nog eens op de berg met de angstaanjagende uitstraling. En dat op de nationale feestdag van Frankrijk, Quatorze Juillet. Twee scenario’s dienen zich aan: een vroege kopgroep gaat op de flanken van de Reus van de Provence om de ritzege strijden. Of de ploegen van de klassementsmannen controleren de koers waarna de grote namen zelf gaan uitvechten wie de prestigieuze rit wint. De Spanjaard Juan Manuel Garate was namens Rabobank in 2009 de laatste winnaar in de Tour op de berg waar de Brit Tommy Simpson in 1967 het leven liet. De klim is ruim 20 kilometer lang met een gemiddelde stijging van 7,5 procent. Boven de boomgrens heeft de wind vrij spel en boezemt het maanlandschap menig renner angst in.

15 juli: rustdag: Vaucluse

16 juli: zestiende etappe

Vaison-la-Romaine - Gap (168 km)

Het peloton heeft een dagje mogen bijkomen van de tocht naar de Mont Ventoux. Nu wacht een relatief korte rit, maar wel een die spektakel garandeert. Vanuit Vaison-la-Romaine, aan de voet van de Ventoux, gaat het in oostelijke richting naar Gap, hoofdstad van de Haute-Alpes en gelegen aan de Route Napoleon. De keizer keerde na zijn ballingschap op Elba terug en deed op weg naar Parijs met zijn sympathisanten ook Gap aan. De laatste van de 21 keren dat de Tour in Gap was, won de Noor Thor Hushovd er de rit. Dat was in 2011. In diezelfde rit verraste de Spanjaard Alberto Contador met een aanval op de Col de Manse, waarna latere tourwinnaar Cadel Evans zich in de afdaling onderscheidde. Twee Nederlanders wonnen er ooit een rit: Wout Wagtmans in 1953 en Jelle Nijdam in 1989.

17 juli: zeventiende etappe

Embrun - Chorges (32 km, individuele tijdrit)

Deels langs het stuwmeer Lac de Serre-Poncon wacht de renners een bijzonder lastige tijdrit over 32 kilometer, waarin twee beklimmingen van tweede categorie zijn opgenomen. Startplaats Embrun, vanwege de vele zonne-uren het Nice van de Alpen genoemd, ontving de Tour de afgelopen 10 jaar drie keer eerder. Chorges werd nooit eerder bezocht in de tourgeschiedenis. De tijdrit langs het meer moet bij Alberto Contador goede herinneringen oproepen. Vier jaar geleden nam hij in een tijdrit langs het Meer van Annecy het laatste restje twijfel weg over wie de Tour in dat jaar ging winnen. Die zekerheid ligt in Chorges met nog drie serieuze Alpenritten voor de boeg niet te wachten.

18 juli: achttiende etappe

Gap - Alpe d’Huez (172 km)

De etappe die bij de presentatie van het routeschema in oktober de meeste beroering opleverde. De renners krijgen de befaamde klim naar Alpe d’Huez liefst twee keer voor de kiezen, een primeur. De rit begint in Gap waar opnieuw de Col de Manse moet worden beklommen. Daarna gaat het noordwaarts naar de beroemde 21 bochten, een omloop via de Col de Sarenne en nogmaals de beklimming van de Hollandse Berg. Bij de eerste doorkomst passeren de renners de finishlijn niet en moet er nog 50 kilometer worden afgelegd. Hoewel de bijnaam gedateerd lijkt - de laatste Nederlandse winnaar was Gert-Jan Theunisse in 1989 - is hij nog altijd op zijn plaats. Van de 27 aankomsten op Alpe d’Huez werden er acht gewonnen door Nederlanders: naast Theunisse waren dat Steven Rooks, Peter Winnen (2), Joop Zoetemelk (2) en Hennie Kuiper (2).

19 juli: negentiende etappe

Bourg-d’Oisans - Le Grand-Bornand (204 km)

Liefst vijf cols wachten de renners in wat op papier wellicht de zwaarste etappe van deze Tour is. Vanuit de start in Bourg-d’Oisans gaat het richting Col du Glandon. Net als de daaropvolgende Col de la Madeleine een beklimming van de buitencategorie. Daarna volgen nog een col van de tweede en twee van eerste categorie. Na de top van de laatste, de Col de la Croix Fry, is het nog 13 kilometer dalen richting Le Grand-Bornand. In 2009 werd er voor het laatst gefinisht. De Luxemburger Frank Schleck won de rit. Geletruidrager en medevluchter Alberto Contador vond het goed. In 2004 bleek de eerzucht van Lance Armstrong. De Amerikaan, allang zeker van de tourzege, passeerde met een ultieme jump de Duitser Andreas Klöden in de sprint. Ook die zege is Armstrong ontnomen na zijn uitgekomen dopingfraude.

20 juli: twintigste etappe

Annecy - Annecy-Semnoz (125 km)

Mocht de Tour nog niet beslist zijn, dan volgt er de zaterdag voor de slotrit naar de Champs-Elysées misschien nog een spektakelstuk dat afgesloten wordt in Annecy-Semnoz. De klim naar het skioord dat op een hoogte van1655 meter ligt is er nog een uit de buitencategorie: 10 kilometer lang met een gemiddelde stijging van 8,5 procent. De rit is kort (125 km) maar de renners krijgen vanuit de start in Annecy, een trekpleister mede vanwege het schone meer, nog voor de slotklim vijf cols voorgeschoteld. De zwaarste is de Mont Revard, ingeschaald in de eerste categorie en met de top op een kleine 50 kilometer voor de streep. Het Massief van Semnoz werd eerder aangedaan in een rit uit de Tour van 1998. De doorkomst haalde de boeken nooit omdat de renners, boos over de manier waarop de Franse justitie op vermeende dopingzondaars joeg, de rit uit protest gegroepeerd afwerkten. Vijftien jaar later krijgt Semnoz in de jublileumtour alsnog een herkansing.

21 juli: eenentwintigste etappe

Versailles - Parijs (133 km)

Sportief valt er van de laatste rit niet al te veel te verwachten. De klassementen zijn gemaakt, het peloton bolt uit richting Parijs waar normaal gesproken een massasprint wacht. Topfavoriet is natuurlijk de Brit Mark Cavendish die de afgelopen 4 jaar won op de Champ-Elysées. Het speciale zit ‘m vooral in het tijdstip waarop de slotrit verreden wordt. Pas om kwart voor 6 worden de renners weggeschoten nabij het kasteel van Versailles. Tegen achten volgt de eerste doorkomst op de Champs-Elysées, waarna de finish wordt verwacht rond kwart voor 10. In het duister, zodat een speciaal jubileumvuurwerk de huldiging kan opluisteren. Tal van Nederlanders wonnen in Parijs de slotrit, maar het is alweer 25 jaar geleden dat dat voor het laatst gebeurde. Jean-Paul van Poppel, de huidig ploegleider van Vacansoleil-DCM, was daarvoor verantwoordelijk.

Meer ANP Doping Nieuws

Archief 2013