S2. Peptide hormonen, groeifactoren, verwante stoffen en mimetica

Categorie S2 bestaat uit peptidehormonen, groeifactoren en stoffen die hier qua structuur of werking op lijken. De categorie wordt onderverdeeld in drie groepen:

  • Erytropoëtine (EPO) wordt door de nieren aangemaakt. EPO stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen.
  • Peptide hormonen worden door een klier in het lichaam gemaakt op basis van eiwitten. Voorbeelden van peptidehormonen zijn groeihormonen (HGH), gonadotrope hormonen (FSH en LH) en corticotrope hormonen (zoals ACTH).
  • Groeifactoren zijn hormonen en hormoonachtige stoffen die voor aanmaak van nieuwe weefsels (bijvoorbeeld IGF-1) en rode bloedcellen (hematopoëtische groeifactoren) zorgen. Onder verwante stoffen en mimetica verstaan we stoffen die qua structuur of werking op hormonen lijken.

Het gebruik van stoffen uit categorie S2 is zowel binnen als buiten wedstrijdverband verboden.


EPO kan prestatiebevorderend werken.

Wat is de werking?

De stoffen uit categorie S2 kunnen een gunstige invloed hebben op sportprestaties.

Erytropoëtine (EPO)

Erytropoëtine (EPO) stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg. Hierdoor kan er meer zuurstof worden vervoerd in het lichaam, waardoor een sporter langer op een hoger niveau kan presteren.

Peptide hormonen

  • Groeihormoon (HGH): stimuleert botgroei, spiergroei en de stofwisseling. Het bevordert de omzetting van vet in vetzuren en glycogeen in glucose. Kortom: HGH zorgt voor het vrijkomen van energie.
  • Follikelstimulerend hormoon (FSH) en luteïniserend hormoon (LH): zorgen ervoor dat de geslachtsorganen goed werken. Daarnaast kunnen ze een vergelijkbare werking als anabole middelen hebben.
  • Adrenocorticotroop hormoon (ACTH): stimuleert de werking van de nieren. Hierdoor wordt er meer urine geproduceerd. Deze grotere urineproductie kan ervoor zorgen dat dopingstoffen sneller worden uitgescheiden. Zo kan het gebruik van doping verborgen worden.

Groeifactoren

  • Insulineachtige groeifactor 1 (IGF-1): bevordert de groei van organen tijdens de puberteit. IGF-1 wordt gereguleerd door HGH. Het kan de spiergroei vergroten en de hersteltijd na inspanningen verkorten.
  • Hematopoëtische groeifactor: heeft een vergelijkbare werking als EPO.

Wat zijn de gevaren?

Hormonen kunnen zorgen voor ongewenste bijwerkingen. Zo kan het gebruik van groeihormonen leiden tot het vasthouden van vocht en het ontstaan van diabetes. Door het gebruik van EPO kan het bloed sneller gaan stollen, waardoor er een hart-, herseninfarct of longembolie kan ontstaan. Hormonen die de urineproductie stimuleren zorgen voor een grotere uitscheiding van zouten en vocht, waardoor uitdroging kan ontstaan.